Aangifte overlijden

Als iemand in Nederland overlijdt, moet dat worden aangegeven bij de gemeente. De aangifte is kosteloos en doet u in de gemeente waar de persoon is overleden. Meestal geeft de begrafenisondernemer het overlijden door (overlijdensaangifte). Een familielid of kennis van de overledene kan dat ook doen. In Nederland moet een overledene binnen 6 werkdagen na het overlijden begraven of gecremeerd worden. Hiervoor moet de ambtenaar van de burgerlijke stand een verlof afgeven. U kunt daarom het beste binnen 5 werkdagen aangifte (laten) doen bij de burgerlijke stand. De aangifte doet u persoonlijk in de publiekshal.

De aangifte wordt in de regel gedaan door een uitvaartondernemer.

Aangifte van overlijden regelt u door een afspraak te maken met de Publieksbalie via 0547 – 85 85 85.

Het is mogelijk om via eHerkenning aangifte van overlijden te doen. Een bezoek aan het gemeentehuis is niet nodig. U kunt veilig en betrouwbaar inloggen met uw eHerkennings inlogcode. Hier vindt u het eHerkennings-aangifteformulier.

Wanneer u voor de aangifte van overlijden naar het gemeentehuis komt, dan moet u de volgende zaken meenemen:

  • een geldig legitimatiebewijs;
  • een verklaring van overlijden afgegeven door een daartoe bevoegd geneeskundige;
  • een door de geneeskundige verstrekte gesloten enveloppe met de doodsoorzaakverklaring bestemd voor statistische doeleinden;
  • het trouwboekje van de overledene of eventueel van de ouders voor eventuele bijwerking van de overlijdensgegevens.

Als het een niet-natuurlijke dood betreft, dan is er een verklaring van de officier van justitie nodig dat er geen bezwaar is tegen cremeren of begraven. In zo’n geval hoeft de aangever de verklaring van overlijden en de enveloppe met de doodsoorzaak verklaring niet mee te brengen. Hier wordt op andere wijze in voorzien.

Nadat de overlijdensakte is opgemaakt worden de gegevens van het overlijden in de Basisregistratie personen (BRP) verwerkt en worden vervolgens diverse instanties, waaronder (semi-)overheidsinstanties, van het overlijden in kennis gesteld.

Het is voor ouders heel verdrietig als hun kind levenloos ter wereld komt. Een erkenning van het bestaan van hun kind door middel van een officiële registratie in de burgerlijke stand kan hun verdriet niet wegnemen, maar hopelijk helpen bij de verwerking daarvan.

De wet regelt de mogelijkheid voor ouders van een levenloos geboren kind om een akte van de burgerlijke stand te laten opmaken. Dat is een bijzondere akte, die zoveel mogelijk aansluit bij de geboorteakte van een kind. 

De ouders mogen met betrekking tot de geslachtsnaam van hun kind bovendien naamskeuze doen. Dat betekent dat het kind de achternaam van de vader of van de moeder kan krijgen. De keuze van de ouders is niet bindend voor volgende kinderen. Bij de geboorte van een volgend kind kunnen de ouders opnieuw naamskeuze doen. 

Het opmaken van de akte is niet afhankelijk is van de duur van de zwangerschap. 

De akte die wordt opgemaakt een akte van de burgerlijke stand, die net als alle andere akten van de burgerlijke stand zoals de geboorteakte een officieel bewijs en daarmee ook een officiële erkenning vormt van het feit dat het kind ter wereld is gekomen.