Ellen's column

Burgemeester Ellen Nauta schrijft sinds 2022 maandelijks voor het Hofweekblad. In haar column kaart ze diverse onderwerpen aan en geeft ze de lezer een kijkje in het leven van de burgemeester van Hof van Twente. Hieronder vindt u een overzicht van alle column's die Ellen schreef.

2022

In dit Hofweekblad vindt u een oproep om mee te doen aan het onderzoek van de gemeente naar (gevoelens van) veiligheid. We willen graag weten hoe u denkt over de veiligheid in uw buurt, of u overlast ervaart, hoe u denkt over de politie en de gemeente waar het gaat om uw veiligheid en die van uw gemeenschap. Het is belangrijk om dat te weten en om dat ook regelmatig te blijven peilen. Het zorgen voor veiligheid is immers een kerntaak van de overheid. We moeten weten of we die goed uitvoeren of dat we nog zaken moeten aanpassen. Door zo’n onderzoek hopen we ook dat we veiligheid ook gaan zien als een taak waar we allemaal ons steentje aan kunnen en zelfs moeten bijdragen. Want er staat geen boa of wijkagent op elke hoek of bij elk evenement. Daarvoor is er nooit voldoende capaciteit. En moeten we zo’n samenleving willen? Of moeten we ook vertrouwen op elkaar en niet alleen op de overheid als het gaat om onze veiligheid? Ik hoop het laatste, zodat de wijkagenten en boa’s er kunnen zijn als het er echt om spant.

Overigens zijn de meningen over dat laatste steeds meer verdeeld. Ons gevoel van veiligheid, maar ook ons gevoel wanneer de overheid aan zet is, begint steeds sneller en vaker uiteen te lopen. Waar sommigen eisen dat de overheid alles gelijk aanpakt en oplost, geven anderen aan dat zij zelf aan zet willen zijn. Veiligheid en hoe we dat moeten bereiken heeft dus niet voor iedereen gelijke betekenis. Dat bleek ook tijdens het bezoek van minister Kaag aan Diepenheim. Feitelijk is er geen sprake geweest van een onveilige situatie, en toch voelden meerderen zich geïntimideerd en bedreigd. Feitelijk was er geen noodzaak voor de overheid om in te grijpen, en toch riepen meerderen dat dit wel had gemoeten. Terwijl ik dit schrijf, weet ik dat ook deze zinnen mogelijk weer felle reacties zullen oproepen, en toch moeten ze geschreven worden. Want het gaat om belangrijke zaken en het gesprek dat we daarover open en met respect voor elkaar moeten voeren. 

Een open en respectvol gesprek over zaken die zo belangrijk zijn. Niet alleen veiligheid, maar ook over bijvoorbeeld polarisatie, over hoe wij in onze mooie kernen en buurtschappen met elkaar willen samenleven en over wat wij daarbij verwachten van de overheid, van uw gemeente. Zo’n gesprek kun je niet voeren door een vragenlijst in te vullen. Maar het kan wel een begin zijn. Weten van elkaar hoe we over zaken denken. Daarom hoop ik dat u de tijd wilt nemen om de vragenlijst in te vullen. De uitkomsten deel ik met u en ik ga daarover graag met u in gesprek.

De feestdagen zijn voorbij, de dagen nog altijd kort en de lijst met voornemens weer te vol. Veel mensen hebben in deze periode moeite om weer om te schakelen naar een normale versnelling. En volgens degenen die ervoor hebben doorgeleerd, hoeft dat ook helemaal niet. De tijd nemen voor jezelf en voor elkaar zou juist deze periode minder “zwaar” moeten maken. Dat u het weet.

En dan ligt er ook een nieuw jaar voor ons als een nieuwe lege bladzijde. Ik begin het jaar graag met een nieuw boekje waarin ik schrijf wat ik niet mag vergeten, waaraan ik nog moet werken en welke afspraken ik heb gemaakt. Met elk jaar drie zaken waar ik dat jaar in het bijzonder aan wil werken. Dat helpt om focus te houden, ook zo’n advies dat ik mij ter harte heb genomen. Want zonder focus ben je minder effectief, zegt men. Dat klopt ook wel, zeker in een tijd waarin we makkelijk kunnen verdwalen in het enorme aanbod van informatie. Dit jaar wil ik extra aandacht besteden aan de gemeenteraad. Omdat er zoveel op die raad afkomt en de raad optimaal moet worden ondersteund. Omdat de raad het belang van ons allemaal moet kunnen blijven dienen als hoogste orgaan in een gemeente. Dat vergt voortdurend onderhoud. Mijn tweede focuspunt heet Anders. Zodat ik eraan herinnerd word dat zaken ook anders kunnen. Niet altijd de gebaande paden bewandelen, maar je blijven openstellen voor nieuwe ideeën, invloeden etc. Niet omdat anders altijd beter is, maar wel om geestelijk flexibel te blijven. En tenslotte de P10 waar ik vorige keer over schreef en waarvan ik de komende jaren voorzitter mag zijn. Niet alleen een eer namens 31 gemeenten te kunnen werken aan de belangen van ons platteland, maar ook om een brug te slaan naar de steden, We hebben elkaar hard nodig. Die drie letters vormen samen RAP. Een mooi ezelsbruggetje om mij eraan te herinneren dat we nooit tijd te verliezen hebben!

Het nieuwe boekje staat symbool voor die lege bladzijde. Maar voordat ik in dat nieuwe boekje ga schrijven, merk ik dat ik begin met eerst eens te kijken in mijn oude boekje. Welke zaken zijn blijven liggen? Die schrijf ik op in mijn nieuw boekje. Het is dus een illusie te denken dat het nieuwe jaar een lege bladzijde is. Dat is niet erg, we hebben immers altijd te maken met datgene dat geweest is. We kunnen ervan leren, erop voortborduren en proberen er nieuwe wendingen aan te geven. 

Die lege bladzijde gaat om de intentie. Er zijn zelfs spreekwoorden over gemaakt. “Met een schone lei beginnen”, “nieuwe ronde, nieuwe kansen”, “een onbeschreven blad zijn”. Wij mensen hebben dat blijkbaar nodig. Om af en toe een streep te zetten, ons hoofd leeg te maken, een nieuw boekje te kopen en dan met de allerbeste intenties opnieuw te beginnen. Alsof er geen verleden is, slechts een toekomst.

Erg is het niet, want goede intenties zijn goud waard, zelfs als wij ze niet kunnen waarmaken. Zij illustreren dat wij in staat zijn om even stil te staan bij wat was en wat wij willen dat het wordt. Kunnen overdenken waar het niet zo lekker liep, welke fouten we gemaakt hebben, waarom we gedaan hebben wat we hebben gedaan of nagelaten. En daardoor kunnen we onszelf steeds opnieuw uitdagen en verbeteren. 

Ongemerkt denk ik, al bladerend in mijn oude boekje, aan de afgelopen periode. En schrijf in mijn nieuwe boekje waar nog losse eindjes liggen, waar het anders moet en waaraan ik wil werken... De lege bladzijde die voor mij lag is binnen een mum van tijd weer vol.

Ik wens u allemaal een gezond en gelukkig jaar en een lege bladzijde die gauw weer wordt gevuld!

Ik wens dat u deze column leest na een welverdiende vakantie. Of u nu in Italië, Oostenrijk of thuis was, overal was het heet en droog. En overal werd er geworsteld met steeds hogere energieprijzen en stijgende prijzen van boodschappen, waardoor steeds meer mensen in problemen komen. Het woord crisis valt wel ergens elke dag in elk land. Oplossingen, die er dringend moeten komen, zijn er nog niet.

Wat mij daarbij opvalt is dat het gevoel van crisis wordt verergerd door steeds wisselende informatie. Elke dag een ander inflatiecijfer en koopkrachtplaatje, elke dag andere aantallen vluchtelingen die een veilige plek nodig hebben, elke dag andere prijzen op ons kassabonnetje. Soms denk ik boeren nu nog beter te begrijpen als zij vragen om duidelijkheid over de eisen die op hen afkomen. Hoe krijgen we duidelijkheid, zodat we niet meer hoeven te schrikken van de “dagkoersen”?

Diep in ons hart weten we dat die duidelijkheid niet kan worden gegeven, althans nog niet. Want niemand weet wanneer die vreselijke oorlog in de Oekraïne stopt, niemand weet wanneer we in staat zijn om de klimaatcrisis echt op te lossen. Er zijn simpelweg teveel onzekerheden.

Het enige wat we kunnen doen, is in elk geval communiceren wat we wel weten en elkaar daarover zo duidelijk mogelijk te informeren. Ik moest daaraan denken toen er werd gevraagd om duidelijkheid over het aantal vluchtelingen dat wij in Delden gaan opvangen. Het enige dat ik als uw burgemeester kon zeggen, is dat ik dat niet wist. Het enige dat ik weet is dat we langer zullen gaan opvangen en dat we er rekening mee moeten houden dat we in onze gemeente meer mensen zullen gaan opvangen. Dat we in de Hof ernaar streven om die opvang te spreiden over onze kernen. Omdat kleinschaligheid beter bij ons past dan grootschalige opvang. Een onbevredigend antwoord? Jazeker, maar wel het enige dat er nu is. Communicatie is nooit af en nooit genoeg.

Toen ik sprak met de vaders en moeders die nu met hun gezin in Delden worden opgevangen, hoorde ik dezelfde behoefte aan duidelijkheid. Wanneer zou er nieuws zijn over de status? Mogen ze blijven? Ook voor hen is communicatie nooit af en nooit genoeg. Vermoeide vaders en moeders zien hun kinderen spelen in de sporthal en krijgen daardoor wat rust. Even een plek waar ze niet gelijk weer verder moeten, na een lange vlucht voor oorlog en achtervolging. We kunnen er trots op zijn dat wij hen die veilige plek in onze Hof kunnen geven. Ik weet dat niet iedereen er zo over denkt, maar ik wil u graag vertellen hoe ik erover denk. Dat hoort bij eerlijke communicatie. Ik ga er graag over in gesprek met u, want je kunt nooit genoeg met elkaar praten over zulke belangrijke zaken. Het is immers nooit af.

Sluipenderwijs is het ontstaan. Mijn irritatie en ook onbegrip voor het negatief wegzetten van gemeenten. Gemeenten zouden ‘niet willen’, ‘niet in staat zijn’, ‘tegenwerken’. Dat beeld wordt uitgedragen en gevoed door onze volksvertegenwoordigers in Den Haag en door leden van het Kabinet. Nou zal ik de laatste zijn om te zeggen dat gemeenten alles goed doen. Natuurlijk niet, en daar moeten we ons ook altijd van bewust zijn en aan werken. Maar het beeld wat nu geschetst wordt, klopt toch echt niet. 

Gemeenten staan het dichtst bij de inwoners. Daardoor voelen zij ook als eerste de gevolgen van het beleid uit Den Haag, dat is logisch. Als alles goed gaat, is er over dat beleid vooraf volop contact tussen de verschillende overheidslagen: lokaal, provinciaal en nationaal. En met allerlei belangengroepen in het land die met dat beleid te maken hebben of krijgen. Op die manier is er vooraf al nagedacht over alle haken en ogen die de uitvoering van het beleid in de praktijk kan tegenkomen. 

Maar die noodzakelijke afstemming is er steeds minder. En dan groeit de kloof tussen beleid en uitvoering. Door het ontbreken van afstemming worden gemeenten verrast door beleid dat zij moeten uitvoeren. En als het even tegenzit ook nog eens zonder het noodzakelijke geld om alles goed te kunnen uitvoeren. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien bij de jeugdzorg.

De vluchtelingenopvang is een van de meest actuele kwesties waar te weinig afstemming is, en ook nog eens met beperkte groep van 25 burgemeesters die daardoor in een vreemde spagaat worden gebracht. Ook hier wordt het beeld neergezet alsof gemeenten geen vluchtelingen willen plaatsen en dat door dat lakse optreden Ter Apel overstroomt. Gemakshalve wordt daarbij vergeten dat er een groot woningtekort in Nederland is met lange wachtlijsten; dat het Rijk het COA (Centrale opvang asielzoekers) heeft afgeschaald nadat de eerdere vluchtelingenstromen minder werden, waardoor deze organisatie haar werk niet behoorlijk kan uitvoeren; dat ook gemeenten kampen met steeds grotere personeelstekorten terwijl het aantal taken blijft toenemen... En we vergeten al die gastgezinnen die hun deuren openstellen voor de vluchtelingen uit de Oekraïne en talloze vrijwillige initiatieven om statushouders zich thuis te laten voelen. 

Bovendien wordt dat beeld versterkt door dreigende woorden: als gemeenten niet luisteren, dan kan het kabinet dwangmaatregelen gebruiken. Gemeenten als uitvoeringsloket van nationaal beleid. Wat gaat er verkeerd? De laatste kabinetsplannen over het stikstofbeleid stuiten op onbegrip, woede en verzet. Gewelddadig verzet dat zich bovendien richt tegen ambtsdragers en hulpverleners, moet natuurlijk altijd worden veroordeeld. Maar die emoties komen wel ergens vandaan. Van te lange onduidelijkheid en rechtsonzekerheid, van het gevoel niet gehoord te worden, het gevoel onredelijk en onrechtvaardig behandeld te worden. Dat gevoel ontstaat sluipenderwijs en gaat verder dan irritatie en onbegrip.

Wat zijn we ver afgedreven van dat noodzakelijke overleg dat ik eerder noemde. We komen steeds meer tegenover elkaar te staan en escaleren steeds sneller. We verliezen begrip en respect voor elkaar. Het is een heilloze weg die ons steeds verder afbrengt van oplossingen voor belangrijke problemen. Samenwerken is geen soft woord, het is zo actief als wat. Net als luisteren, aanspreken en proberen. Dat begint klein, bij de mensen om wie het gaat, bij het gebied waar het om gaat. Dat weten we allang, alleen vergeten we het steeds vaker. Ik neem mij voor om irritatie en onbegrip te lijf te gaan met luisteren, aanspreken en proberen. Klein doen, stap voor stap en volhouden. Wilt u hierover in gesprek? Stuur een mail naar column@hofvantwente.nl.

Als ik u vertel dat wij helemaal naar Palo Alto moesten reizen om daar Duitse collega’s te treffen en dan samen met Amerikaanse collega’s te spreken over duurzaamheid, zou u mij waarschijnlijk voor gek verslijten. En toch was ik de Hemelvaartsweek in Palo Alto, in het hart van Silicon Valley. Op uitnodiging van de burgemeester van Enschede ging ik mee met een missie die bestond uit vertegenwoordigers van de Universiteit Twente, een aantal mooie Twentse bedrijven en gemeenten. Deze drie groepen werken samen in de Twente Board, die dagelijks werkt aan de verdere economische ontwikkeling van Twente. Onze Duitse collega’s kennen een soortgelijke samenwerking die rond Münster is gevormd. En Palo Alto is zusterstad van Enschede, Fresno van Münster en zo is de cirkel rond. Californië is een van de meest vooruitstrevende staten in Amerika als het gaat om duurzaamheid en Palo Alto een van de meest duurzame steden in deze staat. Palo Alto maakt dankbaar gebruik van nieuwe technologieën die in Silicon Valley worden ontwikkeld door bedrijven en de Stanford University.

De steden Münster en Enschede werken sinds enige tijd aan een grensoverschrijdend energiecluster. Belangrijk onderdeel van dit cluster is onderzoek naar de mogelijkheden van batterijopslag. Kennis uit Silicon Valley kan ons verder helpen met de ontwikkeling van zo’n energiecluster. Maar we komen ook iets brengen naar onze Amerikaanse collega’s. Want wij zitten samen met de Duitsers in een unieke regio, waar innovatieve bedrijven uit Amerika prima passen. Bovendien zijn wij in Nederland verder als het gaat om de wijkaanpak en het bereikbaar maken van duurzame energie voor een bredere groep dan alleen de (super)rijken. En zo spreken we met alle partners: onze universiteit met Stanford, onze bedrijven met hun Amerikaanse collega’s en de Twentse gemeenten met Palo Alto.

We zijn op bezoek in een wereld vol grote tegenstellingen. De superrijken van Amerika wonen in Silicon Valley. Het huis waar Steve Jobs heeft gewoond wandelen we zomaar voorbij, op weg naar de volgende afspraak. Maar tegelijk is er geen plek voor mensen met een inkomen onder de 120.000 dollar, het bestaansminimum in die regio. Voor ons is dit onvoorstelbaar, voor Amerika dagelijks een harde werkelijkheid. Het levert bij mij een dubbel en naar gevoel op. Je zult maar de armoede in Mexico willen ontvluchten en dan stranden  in Silicon Valley te stranden, waar zelfs vijf banen tegelijk je nooit verder zullen brengen. Dan nog kun je jouw kinderen niet te eten geven, laat staan een plek op school. De talloze zwervers en de tentenkampen onder de viaducten zijn zichtbare bewijzen. We rijden ze voorbij, maar ze laten mij niet los .

Ondertussen vorderen de gesprekken goed. We krijgen veel nuttige informatie en maken afspraken over hoe we verder zullen gaan. Met Münster zal dat sowieso leiden tot concrete resultaten in de vorm van een energiecluster. En de afgelopen jaren hebben bewezen dat de samenwerking met Amerikaanse bedrijven wat langere adem vergt, maar zeker ook tot resultaat leidt.

Ik schreef vorige keer over Brussel. Het werk daar kan ook weer verbonden worden met deze missie. Want ook Brussel investeert veel in duurzaamheid en zoekt naar goede projecten. Nou, die hebben we in Twente genoeg. En door onze samenwerking met Münster ontstaan daar nog meer mogelijkheden. En zo is ook die cirkel rond. Toch fijn om volgende keer weer gewoon over ons mooie Hof van Twente te kunnen schrijven. Elke keer als ik thuiskom, besef ik dat we unmeunig trots mogen zijn op alles wat er is en wat we bereikt hebben. Er kan nog heel veel worden verbeterd, ook dat weet ik best en daar moeten we ook elke dag aan werken. Maar ik vind het fijn om dat door samenwerking te kunnen versterken. Of dat nu is in Twente zelf, in Brussel of in Amerika.

De kiezer heeft gesproken en ik feliciteer ruim 16.000 inwoners van onze Hof met het besluit te gaan stemmen. Van dat democratisch recht heeft u gebruik gemaakt en daardoor heeft u laten weten welke partij met hoeveel zetels de komende 4 jaar besluiten mag nemen die ons allemaal raken. Of het nu de jeugd- of ouderenzorg, de inrichting van de openbare ruimte of ondersteuning van de cultuur betreft. U heeft uw stem laten horen.

Maar u was helaas met heel wat minder dan in 2018 en nog veel minder dan in 2001 toen onze gemeente ontstond. Zo’n 11% minder. De vraag is nu waarom de rest van onze stemgerechtigde inwoners niet is gaan stemmen en wat ervoor nodig is om dat in 2026 wel te doen? Ik hoor mensen zeggen dat het ligt aan de economische situatie, aan de onvrede over de overheid die het laat afweten in de toeslagenaffaire en in Groningen. Allemaal waar, maar is dat het waardoor u niet bent gaan stemmen? Het zou de moeite waard zijn om al die mensen te vragen naar hun redenen. Ik nodig u daarom graag uit om te reageren op deze column. Als u met mij in gesprek wilt laat het weten via column@hofvantwente.nl.

Op de dag dat ik deze column schrijf werd 450 jaar geleden Den Briel ingenomen door de Watergeuzen. Als u de TV serie Het verhaal van Nederland volgt, weet u dat dit het begin van de geboorte van Nederland inluidde. Maar wij hier in Twente hadden weinig tot niets in te brengen in de ontwikkelingen die daarna volgden. Over onze streken raasde de Tachtigjarige Oorlog in alle hevigheid verder. Net als in de serie maak ik grote stappen door onze vaderlandse geschiedenis en ga naar 1848 toen wij een parlementaire democratie kregen en naar de gemeentewet van Thorbecke uit 1851 waardoor wij gemeenteraden kregen. Sindsdien horen alle streken erbij en hebben iets in te brengen, al voelt dat misschien niet altijd zo. Zou een prima reden zijn om onze stem nog meer en beter te laten horen in Den Haag, maar zeker ook in onze Hof.

Gehoord worden, vrij zijn, invloed kunnen uitoefenen. Dat zijn onze rechten die we hebben bevochten door oorlogen en door moed. Misschien is dat ook wat ons zo raakt in alles wat nu in Oekraïne gebeurt. Dat wij daarom onze huizen en gemeenten openstellen. Dat vrijheid en democratie nooit vanzelfsprekend zijn en het stemrecht zo’n belangrijk recht is.

Wij hebben onze gemeenteraadsleden gekozen en ik heb hen bij de installatie sterkte en succes gewenst. Hun werk wordt steeds belangrijker en zwaarder. Extra taken van het Rijk, steeds meer versnipperde belangen. Er is wel een lichtpuntje. Zij hoeven het niet alleen te doen. Maar dan moeten we met ons met z’n allen wel beseffen dat we alleen samen kunnen zorgen voor het onderhoud van onze democratie!  Benieuwd naar uw reacties.

Een eerste keer is altijd een beetje spannend. Waar zullen we het over gaan hebben? Wat houdt u bezig en hoe kan ik daar iets aan bijdragen? Is er wel voldoende stof om elke maand een column te kunnen schrijven? Oordeelt uzelf want voor u ligt mijn eerste maandelijkse column.

Het zal u niet verbazen dat deze gaat over de komende verkiezingen. Die verkiezingen zijn in een periode dat we onszelf weer moeten “ontvouwen”. We moeten de vouwen en kreukels die de coronatijd bij ons hebben achtergelaten weer glad strijken. We moeten de ‘deken’ waaronder wij (misschien heel comfortabel) waren weggekropen, weer van ons af trekken. We gaan onze werkplek thuis weer verlaten om weer gewoon bij elkaar te komen. Ik merk dat mijn gevoel gemengd is. Het is fijn om thuis te zijn en extra veel tijd aan familie en vrienden te besteden. Maar het is ook fijn om erop uit te trekken, voor het werk of zomaar naar het theater of een café. Ook het leven ontvouwt zich weer.

In mijn werk heb ik het contact met u gemist. Daar konden geen telefoontjes tegenop. Lief en leed deel je door elkaar even vast te houden en in de ogen te kijken. Dan kun je veel beter aanvoelen hoe het met de ander staat. Ik weet zeker dat ik niet de enige ben die dat vindt. Ik merk dat ook aan de wethouders en aan onze raadsleden. Digitale vergaderingen en bijeenkomsten zullen best efficiënt zijn, maar vervangen toch niet het echte gesprek en het echte debat. Raadszalen en publieke tribunes zijn er niet voor niets. Gevuld en wel zijn zij het hart van onze lokale democratie. En als je dat lang moet missen, dan kan het werk onbedoeld eronder gaan lijden.

Terwijl ik deze column schrijf, is Rusland de Oekraïne binnengevallen. Iedereen die ik spreek is ontstelt en voelt intens mee met de mensen die veilig dachten te zijn in hun eigen land. Onze Hof heeft een vriendschapsverdrag met Kiev-Pechersk gehad. Het maakt boos dat dit zomaar kan. Een vrij land wordt aangevallen door een agressor die in eigen land de democratie heeft vernietigd. Laten we onze democratie koesteren en het niet toestaan dat deze wordt uitgehold. Laten we ervoor zorgen dat alle stemmen gehoord kunnen worden, maar nooit toestaan dat onze democratie wordt aangetast door krachten die misbruik maken van de vrijheden die het leven in een democratisch land zo waardevol maken.

Straks zullen er oude en nieuwe raadsleden plaatsnemen in de raadszaal. Ook het college van burgemeester en wethouders wordt vernieuwd. Zij zullen samen onze gemeente gaan besturen. Dat kunnen zij niet zonder u. Dat begint met uw stem op 16 maart. Maar ook daarna is uw inbreng nodig, want u woont in onze mooie gemeente. Om die mooie gemeente te blijven, is er iets nodig van ons allemaal: Geduld, begrip en respect, maar zeker ook het gevoel dat we er samen voor staan en samen onze democratie moeten koesteren. Dat zal niet altijd eenvoudig zijn. Want iets wat gevouwen en gekreukeld is geraakt, is niet zomaar weer gladgestreken. Daar moeten we met z’n allen flink ons best voor blijven doen.  

Ik wens de partijen een mooie campagne en hoop dat u op 16 maart uw stem laat horen. Laten we elkaar daarna blijven zien en spreken!

Ellen Nauta

Burgemeester

Reacties op deze column zijn altijd welkom op column@hofvantwente.nl