Onroerende zaakbelasting (OZB) is de belasting die u betaalt als u eigenaar bent van een woning, een ander gebouw of een stuk grond. (Dit wordt een onroerende zaak genoemd.) De hoogte van de OZB is een percentage van de vastgestelde WOZ-waarde. Er wordt onderscheid gemaakt tussen woningen en niet-woningen
De OZB-aanslag wordt eind februari verzonden. U betaalt in twee gelijke termijnen, tenzij u kiest voor een automatische incasso.
Uw onroerende zaakbelasting en WOZ-waarde kunt u via onderstaande knoppen online bekijken.
Dit zijn alle woningen, maar bijvoorbeeld ook panden met een klein bedrijf aan huis. Als het woongedeelte van een pand meer dan 70% van de WOZ-waarde beslaat dan valt het binnen de categorie woningen. In de categorie woningen betalen alleen de eigenaren OZB.
Onder niet-woningen vallen bijvoorbeeld bedrijfspanden en boerderijen, maar ook landbouwgrond. In de categorie niet-woningen betaalt zowel de eigenaar als de gebruiker OZB. Als uw pand bestaat uit een bedrijfsgedeelte én een woongedeelte dan betaalt u het gebruikersdeel alleen over het bedrijfsgedeelte. Bent u eigenaar en gebruiker van een niet-woning met een woongedeelte dan ziet u verschillende grondslagen vermeld bij de OZB-aanslag.
Als u op 1 januari als eigenaar of ‘beperkt gerechtigde’ bij het kadaster geregistreerd staat dan betaalt u deze belasting. Onder beperkt recht wordt verstaan bijv. vruchtgebruik, erfpacht, recht van gebruik en bewoning (ook genoemd ‘vrij wonen’) en recht van opstal.
Als u op 1 januari gebruiker bent van een niet-woning betaalt u deze belasting.
De WOZ-waarde staat op uw aanslagbiljet gemeentelijke belastingen vermeld. Het tarief onroerende zaakbelastingen 2019 bedraagt:
Woningen 0,1143 % van de WOZ waarde
Niet-woningen 0,2031 % van de WOZ waarde.
Niet-woningen 0,1793 % van de WOZ-waarde (exclusief woningdeel).
De gemeente gebruikt opbrengsten uit de Onroerende zaakbelastingen (OZB) voor algemene uitgaven zoals: