Veelgestelde vragen ongewenste plantensoorten

Lees hier de veelgestelde vragen over ongewenste plantensoorten. (ook wel invasieve exoten genoemd) 

Er komen veel  ongewenste planten soorten voor, zoals bijvoorbeeld  de Reuzenberenklauw, de Reuzenbalsemien, de Japanse duizendknoop, Ambrosia, Amerikaanse vogelkers, Jakboskruid, Grote waternavel, Waterteunisbloem en Parelvederkruid.

De gemeente bestrijdt de Reuzenberenklauw en de Reuzenbalsemien, omdat deze planten daarvoor zijn aangewezen.

Daarnaast bestrijdt de gemeente ook de Japanse duizendknoop, omdat de gemeente verwacht dat deze soort binnenkort wordt aangewezen en deze soort door haar wortels veel schade in de openbare ruimte kan veroorzaken. De gemeente bestrijdt de planten op gemeentegrond.  

U kunt de plant melden bij de gemeente.

U kunt de Japanse duizendknoop, de Reuzenbalsemien en/of de Reuzenberenklauw melden bij de gemeente.

De gemeente neemt uw melding op in een overzichtskaart en geeft Gildebor opdracht om het beheer aan te passen als de plant op gemeentegrond staat. 

U gaat zorgvuldig te werk en kijkt welke plant aanwezig is en bestrijdt de plant op de voor die plant beste bestrijdingsmethode. U kunt de plant melden via de app. "SnApp de exoot".

U kunt de plant melden bij het waterschap dat de slootkant beheert. 

De hoofdregel is dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen schade. Volgens de wet zijn er wel uitzonderingen, maar daarvoor gelden strenge regels. In principe is de gemeente niet aansprakelijk voor de schade en/of overlast die ongewenste plantensoorten (invasieve exoten) veroorzaken. De gemeente heeft wel een zorgplicht voor het gemeentelijk groen. De gemeente kan niet verplicht worden om handelend op te treden. 
Wel kan onder bepaalde omstandigheden verwacht worden dat de gemeente zorgt voor voorlichting en preventieve maatregelen als een situatie in de openbare ruimte tot voorzienbare problemen leidt. Welke maatregelen dat zijn, kan de gemeente zelf beslissen.
 

Voorkom verspreiding. Gooi de inhoud van uw aquarium of vijver niet in een openbare vijver of op het openbare groen, maar in de grijze afvalbak. Als u planten afvoert naar een erkend composteer bedrijf, mag u  onderweg geen delen verliezen. Meld bij het inleveren van het afval welke plantensoort u aanbiedt en/of de herkomst.

Klik op onderstaande vragen voor meer informatie. 

Het groeiseizoen van de Japanse duizendknoop loopt van april tot november. In april komt de plant uit de grond met stengels met kleine rode knoppen. Kort daarna krijgt de plant kleine rode bladeren. Na enkele weken verkleuren de rode bladeren naar groen, en groeit de plant volop  met enkele centimeters per dag. De plant heeft fris groen blad, een bruin-rode stengel en witte bloemen. In het najaar sterft de plant bovengronds af. Ondergronds blijft de duizendknoop echter springlevend om in het volgende voorjaar in grotere aantallen en formaat weer op te komen.

De plant kan door haar wortelstelsel veel schade aan riolering, wegen en gebouwen veroorzaken. 

Er zijn geen specifieke gevolgen voor de gezondheid bekend.

De  gemeente gaat in januari 2020 een plan opstellen om niet alleen de plant bovengronds te beheersen. 

De Japanse duizendknoop wordt alleen in gemeentelijk groen gemaaid.

Alleen het gemeentelijk groen in het buitengebied wordt meegenomen in de bestrijding. 

Om de plant te bestrijden moet u de plant en alle worteldelen verwijderen. De grond op de plaats laten. Af te voeren grond moet met alle worteldelen en alle plantdelen in de grijze container worden verzameld of in afgesloten zakken als restafval worden afgevoerd. Het gebruikte tuingereedschap moet worden gereinigd. Vrijkomend vuil verzamelen en in de grijze container afvoeren.  

Gebruik de zeis of knip de plant, maar gebruik geen klepelmachine of bosmaaier.  Het is belangrijk om zorgvuldig te werken. U kunt ook de beslisboom raadplegen op de site bestrijding Japanse duizendknoop: www.bestrijdingduizendknoop.nl 

Alle resten van de plant moeten uit de tuin worden verwijderd en in de grijze afvalbak worden gegooid. 

Laat de grond na het verwijderen van de worteldelen op de plaats liggen. Als u de grond wilt afvoeren doe dan de grond ter plaatse in zakken en voer deze af als restafval 

Klik op onderstaande vragen voor meer informatie. 

De plant wordt tot 2,5 meter hoog en heeft een doorzichtige vlezige stengel. De plant heeft opvallende 2-5 cm grote bloemen, die van juli tot september bloeien met een lila, roze of lichtgele tot witte kleur. De bloemen staan met twee tot veertien bloemen in trossen in oksels van de bovenste bladeren. De vijf kroonbladeren vormen bij elkaar een tunnel, hoed of helm. De getande, bovenste bladeren zitten in een krans aan de hoekige stengels, die vaak vertakt zijn. De langwerpige, lancetvormige bladeren zijn voorzien van extraflorale nectarklieren.

De plant verdringt de inheemse plantensoorten met name de bodembedekkende planten die oevers beschermen. 

Er zijn geen specifieke gevolgen voor de gezondheid bekend.

Vanaf april tot en met oktober worden de bekende locaties in het gemeentelijk groen 1 keer per maand gemaaid. Hiermee voorkomt de gemeente dat de Reuzenbalsemien gaat bloeien en zaden kan verspreiden.

De  gemeente gaat in januari 2020 een plan opstellen om niet alleen de plant te beheersen, maar ook te bestrijden. Bij de verspreiding  zijn de zaden belangrijk, daarom gaat de gemeente met grondeigenaren van naastliggende gronden in overleg.

De gemeente bestrijdt de plant in het openbaar groen en kijkt naar de omgeving om haar aanpak te bepalen.

U kunt de resten in de groene container gooien. 

Klik op onderstaande vragen voor meer informatie. 

De plant heeft klauwvormige bladeren. De bladeren zijn diep ingesneden en getand. De stengel is rood gevlekt. De plant kan 1,5 tot 4 meter hoog worden. De bloemscherm heeft 30-150 stralen tot 80 cm in doorsnede. Ze is verwant aan de gewone berenklauw maar veel groter. De reuzenberenklauw kan, afhankelijk van de groeiplaats, in de lente in een paar maanden tijd uitgroeien tot een hoogte van 4 meter. Afhankelijk van de groeiplaats zullen de zaailingen na een of meerdere jaren de bloeifase bereiken. Het eerste jaar blijft de plant laag (50 cm), het jaar erop is hij meestal volgroeid, en bloeit van juni tot augustus met een variabel aantal samengestelde schermen vol witte bloemetjes. Na de bloei sterft de plant af.

De plant verdringt de inheemse soorten en onderdrukt de andere planten. Hierdoor is de begroeiing in de winter beperkt. 

De plant kan (vooral in combinatie met zon) ernstige huidirritatie/brandwonden veroorzaken bij mens en dier.

Vanaf april tot en met oktober worden de bekende locaties in het gemeentelijk groen 1 keer per maand gemaaid. Hiermee voorkomt de gemeente dat de Reuzenberenklauw gaat bloeien en zaden kan verspreiden.  

De  gemeente gaat in 2020 een plan opstellen om niet alleen de plant te beheersen, maar ook te bestrijden. Bij de verspreiding  zijn de zaden belangrijk, daarom gaat de gemeente met grondeigenaren van naastliggende gronden in overleg.

De gemeente bestrijdt de plant in het openbaar groen en kijkt naar de omgeving om haar aanpak te bepalen.

U kunt de plant afmaaien voordat de plant gaat bloeien en de zaden in de omgeving verwijderen. Als u dat verschillende jaren herhaalt zal de Reuzenberenklauw op termijn verdwijnen. Ook kunt u de plant bij het groeipunt afsteken. De groeipunt moet helemaal van de plant gescheiden worden. U moet de bladeren niet aanraken en beschermende kleding dragen. De plant kan brandhaarden op de huid veroorzaken.  

Reinig de gebruikte machines en werk zorgvuldig.

De resten van de Reuzenberenklauw mogen in de groene container. Ook kunt u de resten aanbieden bij een composteerbedrijf. Geef dan aan dat het om de Reuzenberenklauw gaat.